KNVB wijst verzoek RBC af

27-05-2017

 

ZEIST - De KNVB heeft het verzoek van RBC om toegelaten te worden tot de 3e divisie afgewezen. De KNVB heeft RBC laten weten dat er sprake is van een andere situatie dan destijds bij de doorstart van RBC aangezien de besluitvorming van de bondsvergadering (van 2 december 2014) is aangepast. Bovendien is de KNVB van mening dat een beloftenteam van een betaaldvoetbalorganisatie niet vergelijkbaar is met een amateurvereniging zoals RBC.

RBC had het verzoek ingediend nadat het kennis had genomen van de voorstellen die 6 maart jl. werden gedaan na de gesprekken tussen het amateur- en betaald voetbal over verbeteringen in de voetbalpiramide. Onderdeel van het voorstel was dat er vanaf 2018-2019 meer beloftenteams toegevoegd gaan worden aan de bovenkant van de voetbalpiramide. RBC was van mening dat hierdoor sprake was van rechtsongelijkheid. 

Bij de invoering van de 2e en 3e divisie konden clubs namelijk alleen op basis van natuurlijke promotie toetreden tot deze nieuwe divisies. De beloftenteams van betaaldvoetbalorganisaties kregen eenmalig de mogelijkheid om te opteren voor toetreding tot de standaardteams en de daarmee gepaard gaande indeling in 2e en 3e divisie. Indien beloftenteams in de toekomst alsnog tot de competitie voor standaardteams wilden toetreden, zouden zij - net zoals RBC na het faillissement en de doorstart - in de laagste klassen van het desbetreffende district moeten starten. Zo werd besloten op de bondsvergadering van 2 december 2014.

Nu er een aantal betaaldvoetbalorganisaties hadden aangegeven alsnog met hun beloftenteams in te willen stappen in de 2e en 3e divisie en men binnen de KNVB bereid was hierover serieus na te denken, was er in onze ogen sprake van rechtsongelijkheid. RBC kreeg namelijk, ter voorkoming van precedentwerking, geen toestemming van de KNVB om in 2012 een doorstart te maken in de Hoofdklasse. Het was 5e klasse of niks. Nu gaan de beloftenteams wel een mogelijkheid krijgen om een start in de 5e klasse te omzeilen. Dit vond RBC onrechtvaardig. RBC was van mening dat als beloftenteams horizontaal kunnen instromen in de top van de voetbalpiramide, dit ook voor andere clubs zou moeten gelden.

Daarnaast kreeg RBC het signaal dat de clubs uit de 2e en 3e divisie ook niet op nog meer beloftenteams zaten te wachten. En een aantal clubs zag zelfs RBC graag toetreden. Daarom verzocht RBC de CVTD (Coöperatieve Vereniging Tweede- en Derde divisie) te onderzoeken of er bij de clubs in de 2e en 3e divisie voldoende draagvlak was voor het verzoek van RBC. Die bleek er uiteindelijk niet te zijn.

RBC heeft nog wel overwogen om de uitspraak van de KNVB juridisch te laten toetsen, maar ziet daar om moverende redenen van af.